Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toeziende, dat niet iemand [40]verachtere van de genade Gods; dat niet [41]enige wortel der bitterheid, opwaarts spruitende, [42]beroerte make, en door dezelve velen [43]ontreinigd worden. 40. Dat is, achterblijve, afwijke. 41. Zo noemt de apostel vooral de verleiders, en die anderen tot afval zoeken te brengen, ziende op gelijke vermaning van Mozes, Deut.29:18, omdat het einde van zodanigen is verdriet en bitterheid in de ziel. 42. Namelijk in uwe gemeente. 43. Dat is, ook besmet en tot afval gebracht.